Hart voor Bouwen: Robert van der Doelen

Wat betekent de nominatie voor de ABN Amro Duurzame 50 voor je?

“Het is heel gaaf om je naam, en die van Barli, op zo’n lijst te zien staan tussen bevlogen koplopers en vernieuwers uit bouw en vastgoed die allemaal het verschil willen maken voor een duurzame wereld. Ook wij willen op dat vlak impact blijven maken. Tegelijkertijd kan ook Barli stappen zetten om nog duurzamer te werken.”

Wat zou nog beter kunnen?

“We zijn altijd op zoek naar kansen om te verduurzamen. Met Building Balance tekenen we binnenkort een overeenkomst voor het toepassen van biobased isolatiemateriaal. We onderzoeken samen welke gewassen het meest geschikt zijn als isolatiemateriaal in onze woningen. Het liefst gebruiken we daarvoor materialen die groeien bij boeren in de regio.

Om nog duurzamer te kunnen werken zijn we ook deels afhankelijk van de markt. Samen met onze opdrachtgevers zoeken wij continu naar een goede balans tussen maakbaarheid, financiële haalbaarheid en duurzaamheid. We kiezen voor de meest duurzame oplossing zonder de betaalbaarheid uit het oog te verliezen. Daarin zijn we pragmatisch. Pas als duurzame bouwmaterialen steeds meer gemeengoed zijn en breder worden geaccepteerd, gaat ook de prijs naar beneden. Heel simpel gezegd: als we niet kunnen produceren omdat het financieel niet haalbaar is, maken we sowieso geen impact.”

Wat is het DNA van Barli?

“Wij zien onszelf als aanpakkers met een missie. We streven elkedag naar verbeteringen als het gaat om duurzaam en betaalbaar wonen. Dat doen we volgens ons VIND-principe. Dat staat voor Vertrouwen, Inventiviteit, Natuurlijk, Doen. Vertrouwen spreken we uit naar onze medewerkers en opdrachtgevers. Inventief zijn betekent voor ons met gezond boerenverstand eenvoudige oplossingen bedenken. Natuurlijk staat voor jezelf mogen zijn, maar ook voor duurzaamheid. Doen geldt voor de manier waarop wij communiceren: direct, open, eerlijk en netjes.”

Waar ben je meest trots op?

“Op hetgeen wij met elkaar bereikt hebben. Bij mijn aantreden in 2003 werkten hier elf mensen. Inmiddels zijn dat er ruim 220. De groei werd zo’n tien jaar geleden ingezet, toen wij ons woningconcept Barli Base in de markt zetten. Aanvankelijk was dat een woning van 40 vierkante meter. In de jaren daarna hebben we dit concept verder uitgewerkt naar andere typen en groottes. Na de overname door Stegron, eind 2019, hebben we echt een groeispurt doorgemaakt. In ons vijfjarenplan spraken we destijds de ambitie uit om vier keer zo groot te worden. Dat is gelukt en er ligt een mooie basis voor verdere groei. Voor de komende vijf jaar zetten we in op een verdubbeling van het aantal te produceren houten woningen. Dat komt neer op 2.500 stuks in 2030.

Ook ben ik trots op de positie die industrieel bouwen in relatief korte tijd heeft verworven in de bouwsector. Prefab bouwen is volwassen geworden. Dat ging gepaard met groeistuipen, waar ook Barli mee te maken heeft gehad. We hebben een paar uitdagende projecten gehad; projecten waar veel druk op zat om alles in goede banen te leiden. Als organisatie moet je dan zo nu en dan even op de rem trappen, voor zover mogelijk natuurlijk. Even nadenken of het op een andere manier niet beter kan.”

Wat betekent efficiënt bouwen en ondernemen voor Barli?

“Efficiënt bouwen is synoniem voor geconditioneerd bouwen, op een industriële wijze. Wij zijn doorlopend bezig om onze processen nog efficiënter in te richten. Dit jaar starten we met een nieuwe, nog meer geïndustrialiseerde productiemethode. We gaan in lijn assembleren, waarbij de modules stap voor stap langs werkstations in de hal schuiven. Door het proces nog slimmer te organiseren, kunnen onze mensen prettiger werken. Bovendien verwachten we zo de productiesnelheid te verhogen.

Efficiënt ondernemen betekent voor ons dat we voortdurend vooruit kijken. Waar staan we, waar willen we naartoe en wat moet daarvoor gebeuren? En dat allemaal zonder ons DNA uit het oog te verliezen.”

Hoe zie je de toekomst?

“Nederland heeft moeten wennen aan industriële bouw. Gelukkig is er steeds meer draagvlak voor duurzaam bouwen en ik hoop dat de acceptatie van modulaire woningbouw verder doorzet. Daar blijf ik me voor inzetten. Ook wij bouwen echte woningen. Industrieel en traditioneel bouwen kunnen heel goed naast elkaar bestaan. Liefst zou ik zien dat houtbouw in wet- en regelgeving meer gestimuleerd wordt. Duurzaam bouwen mag meer worden beloond. Daarmee vergroot je de fi nanciële haalbaarheid.”